Start > Taal > Bijbelse woorden > Ruach / Pneuma - Geest
Bijbelse woorden: Ruach / Pneuma - Geest
Definitie:
Het Hebreeuwse ruach duidt in de eerste plaats een luchtbeweging aan. Dat kan wind zijn, maar ook adem en vervolgens geest. Van daar kan het dan een bepaalde gemoedstoestand aanduiden. In een andere zin kan het ook slaan op een bepaalde windrichting en dus een zijde of een kompasrichting.
Het Griekse pneuma heeft vrijwel hetzelfde scala aan betekenissen. In de Septuaginta, de Griekse vertaling van het OT, is het bijna steeds de vertaling van ruach, behalve wanneer het wind aanduidt. In het Nieuwe Testament krijgt het, vooral bij Paulus, dan echter ook de betekenis van een gezindheid, een mentaliteit.
Achtergrond:
Het Hebreeuwse ruach heeft te maken met bewegende lucht, en betekent dan adem of wind. Daarna kan het dan twee kanten uitgaan. Het kan een windrichting aanduiden, dus een kompasrichting, of een ‘zijde’ van een gebouw. Maar het kan ook de richting van emotie uitgaan (blijkend uit een versnelde ademhaling). En dan krijg je betekenissen als ongeduld of woede, maar ook bezieling of kracht. Dat kan iemands eigen ‘geest’ zijn, die hem aanzet bepaalde dingen te doen, goed of slecht, dus de mentaliteit, de gezindheid die iemand heeft. Wanneer de Israëlieten in de woestijn wordt gevraagd bij te dragen aan de bouw van de tabernakel, lezen we dat ‘ieder wiens geest hem drong’ zijn bijdrage komt brengen (Exodus 35:21). Terwijl verderop wordt gesproken over een ‘geest van jaloersheid’ die over iemand komt (Numeri 5:14). Maar het kan ook de ‘geest’ zijn van iemand anders - of van God zelf - die iemand aanspoort zich ergens voor in te zetten. Zo lezen we ruim 20 maal over ‘de geest van God’ die over iemand komt of hem aanzet om iets te doen. Het is wat misleidend dat de vertalers dan de neiging hebben ‘geest’ met een hoofdletter te schrijven. Dat wekt teveel de indruk alsof iemand als een soort robot wordt aangestuurd door de heilige Geest. We zullen dat toch meer moeten zien als het opwekken van een groot enthousiasme voor de zaak van God, waar de betrokken persoon dan toch al van zichzelf uit een sterke neiging toe moet hebben; anders werkt het niet. En wellicht helpt het te bedenken dat de Latijnse vorm van dit woord geest het woord spiritus is, en het bijbehorende werkwoord dus: inspireren!
Het Grieks gebruikt als vertaling voor ruach het woord pneuma, dat vrijwel hetzelfde scala aan betekenissen heeft. De dubbele betekenis van wind en geest ontmoeten we wanneer Jezus zegt: “De wind (pneuma) waait waarheen hij wil; je hoort zijn geluid, maar je weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat. Zo is het ook met iedereen die uit de geest (pneuma) geboren is” (Johannes 3:8). In Handelingen beschrijft het vooral Jezus als degene achter het werk van de apostelen. Maar in de Evangeliën (vrijwel uitsluitend Marcus en Lucas) vinden we pneuma ook een keer of 20 gebruikt voor ‘onreine geesten’. En dan moeten we niet te snel denken aan bovenaardse machten waar God geen controle over zou hebben. Vaak blijkt het te gaan om vormen van geestesziekten of aantastingen van hersenfuncties (zoals epilepsie). En wanneer we bedenken dat het woord ‘onrein’ onder de Mozaïsche wet een sterk rituele betekenis heeft, zouden we moeten kunnen begrijpen dat zulke gestoorde mentale functies symbolisch zijn voor de mentaliteit van een volk dat zijn blik niet langer voldoende op God heeft gericht, om dáár zijn inspiratie te vinden. En het is in die zin dat Paulus onze bevrijding uit de slavernij van de zonde beschrijft met: “Want u hebt niet de geest van slavernij ontvangen, die opnieuw tot angst leidt, maar u hebt de geest van aanneming tot kinderen ontvangen, door wie wij roepen: Abba, Vader!” (Romeinen 8:15, HSV). Het ‘ontvangen van de Geest’ betekent dus vóór alles een drastische heroriëntatie van onze totale focus op God.
Ruach en pneuma in de concordantie:
Zowel ruach in het OT als pneuma in het NT komen ca. 380 x voor. In veruit de meeste gevallen worden ze vertaald met geest, zowel in de NBG’51 als in de NBV. In het OT vinden we ruach het meest bij de profeten Jesaja en Ezechiël (elk ca. 50x). Psalmen en Job (50x en 30x) gebruiken het ook relatief vaak, en in relatie tot zijn slechts 12 hoofdstukken gebruikt Prediker het heel vaak (24x). in het NT wordt pneuma vooral gebruikt door Paulus (ca. 150x) en Lukas (ca. 40x in zijn Evangelie en 70x in Handelingen).
De geest als gezindheid van Paulus
Het is vooral de apostel Paulus die ‘geest’ gebruikt om een gezindheid aan te duiden. Toch bevindt hij zich daar op goede bijbelse grond. Bij Jesaja zegt God: “In den hoge en in het heilige woon Ik en bij de verbrijzelde en nederige van geest, om de geest van de nederigen en het hart van de verbrijzelden te doen opleven” (Jesaja 57:15, NBG’51). Dit duidt mensen aan die niet trots en hoogmoedig zijn, maar die bereid zijn zich te vernederen voor God, door te erkennen dat zij gefaald hebben en zondaars zijn. In de bergrede citeert Jezus dit, wanneer Hij zegt: “Gelukkig wie nederig van hart zijn (NBG’51: de armen van geest), want voor hen is het koninkrijk van de hemel” (Matteüs 5:3). Paulus haakt daar op in wanneer hij de gemeenten van Galatië vermaant elkaar op te bouwen in ‘een geest van zachtmoedigheid’ (Galaten 6:1, NBG’51). Hij zet de gezindheid van de wereld (die hij aanduidt als ‘vlees’) tegenover de op God gerichte gezindheid die Jezus ons heeft ‘voorgedaan’. En we moeten ons daarbij niet in de war laten brengen door de hoofdletter die de vertalers hebben gebruikt voor Geest: “Daarom dat de gezindheid (Grieks: phronumè) van het vlees vijandschap is tegen God; want het onderwerpt zich niet aan de wet Gods … Gij daarentegen zijt niet in het vlees, maar in de Geest, althans, indien de geest (pneuma, gezindheid) van God in u woont. Indien iemand echter de geest (pneuma, gezindheid) van Christus niet heeft, die behoort Hem niet toe” (Romeinen 8:7-9, NBG’51).