Johannes 21:25 - De wereld te klein voor de boeken
Aan het eind van zijn evangelie beschrijft Johannes hoe hij een selectie gemaakt heeft uit het beschikbare materiaal, en hij licht ook zijn keuze toe. Hij schrijft dan (in de woorden van de NBG'51 vertaling):
Er zijn echter nog vele andere dingen, die Jezus gedaan heeft; indien deze een voor een beschreven werden, dan zou, naar ik meen, de wereld zelf de boeken, die geschreven werden, niet kunnen bevatten. (Johannes 21:25)
Nu wordt dit vers normaal opgevat alsof de wereld te klein zou zijn, met andere woorden dat het een groot aantal boeken zou zijn waar fysiek geen ruimte voor is, en commentaren wijzen er op dat Johannes wat overdrijft. Zo wordt het dan ook vaak vertaald. In de NBV:
Jezus heeft nog veel meer gedaan: als al zijn daden, een voor een, opgeschreven zouden worden, zou de wereld, denk ik, te klein zijn voor de boeken die dan geschreven moesten worden.
Of in de BGT
Maar dat kan niet allemaal in boeken worden opgeschreven. Want de wereld is te klein voor zoveel boeken.
Maar is dat eigenlijk wel wat Johannes bedoelt?
Wanneer in het Nieuwe Testament over de aarde in de zin van de oppervlakte geschreven wordt, zien we daar het Griekse woord ge. Johannes gebruikt dat woord ook in het hogepriesterlijk gebed van Jezus:
Ik heb op aarde uw grootheid getoond door het werk te volbrengen dat u mij opgedragen hebt. (Johannes 17:4)
In het vers dat wij hier bekijken gebruikt hij echter een ander woord: kosmos. Dit woord betekent ook de wereld, maar wordt in de Bijbel meer in de betekenis van samenleving gebruikt. Ook dit woord zien we in datzelfde hogepriesterlijk gebed als Jezus spreekt over zijn discipelen:
Zij zijn niet uit de wereld, gelijk Ik niet uit de wereld ben. (Johannes 17:16)
Wat Johannes kennelijk bedoelt is dat er veel meer te schrijven was, maar dat dan zijn lezers het niet meer konden bevatten, met andere woorden door de bomen het bos niet meer zouden zien. Hij heeft zijn evangelie dus beperkt om zijn boodschap helder te krijgen, en zijn boodschap is, zoals iets eerder in Johannes vermeld:
Jezus heeft nog veel meer wondertekenen voor zijn leerlingen gedaan, die niet in dit boek staan, maar deze zijn opgeschreven opdat u gelooft dat Jezus de messias is, de Zoon van God, en opdat u door te geloven leeft door zijn naam. (Johannes 20:30-32)
De door Johannes gekozen tekenen zijn om duidelijk te maken dat Jezus, de zoon van Maria, dezelfde is als de Messias/Christus (Gezalfde), Gods Zoon.