Psalm 90/91 - Psalmen van Mozes
Ja, Mozes schreef psalmen, en wel 90 en 91. We vinden echter al eerder in de Bijbel liederen van zijn hand: in Exodus 15 een lied nadat de HERE Zijn volk had gered door de Schelfzee; in Deuteronomium 32 een lied aan het eind van zijn leven, en in 33 de zegen over de twaalf stammen van Israël.
Ook de Psalmen 90 en 91 moet Mozes aan het eind van zijn leven hebben geschreven, en het zal ons niet verbazen overeenkomsten te vinden tussen de taal van Deuteronomium en deze psalmen. Overigens concludeert men op basis hiervan dat niet alleen Psalm 90 maar ook 91 van Mozes is. Zo valt het op dat hij zowel aan het begin van Deuteronomium 33 als aan het begin van Psalm 90, de man Gods wordt genoemd. Andere overeenkomsten zijn:
“De HERE zal … Zich ontfermen over zijn knechten.” (Deut. 32:36)
“Keer weder , O HERE! Hoe lang nog? En ontferm U over uw knechten.” (Ps. 90:13)
“Hoe zou één er duizend kunnen najagen en zouden twee er tienduizend op de vlucht kunnen drijven …” (Deut. 32:30)
“Al vallen er duizend aan uw zijde, en tienduizend aan uw rechterhand ...” (Ps. 91:7)
De Psalmen 90 en 91 weerspiegelen de ervaringen van Israël in de woestijn. Wie waren het, die een leeftijd van 70 bereikten of, “indien wij sterk zijn, tachtig jaren” (90:10)? Dat waren degenen die zouden sterven, al vóórdat Israël het beloofde land binnenging. God had immers gezegd: “In deze woestijn zullen uw lijken vallen … van twintig jaar oud en daarboven” (Num. 14:29). Na 40 jaren rondzwerven zouden deze mensen 60, 70 of hooguit 80 zijn. Tegen dát geslacht zei de psalmist: “Leer ons zó onze dagen tellen, dat wij een wijs hart bekomen” (90:12).
Maar terwijl Psalm 90 iets zwaarmoedigs heeft, is Psalm 91 juist opgewekt. Het gaat nu niet over hen die 70 of soms 80 jaar bereikten, maar over hen die eeuwig zouden leven: “Met lengte van dagen zal Ik hem verzadigen, en Ik zal hem mijn heil doen zien” (91:16). Door geloof zag Mozes in de verte de komst van de Messias. Vers 12 slaat duidelijk op de Christus (zie Matteüs 4:6), terwijl vers 13 zinspeelt op de overwinning van Jezus over de zonde - de slang, waarvan hij de kop moest vermorzelen (vergelijk Genesis 3:15).
Ook voor ons bevat Psalm 90 een waarschuwing, en Psalm 91 een boodschap van heil.