De profetie van Zacharia
Auteur — Zacharia
Tijd — 520 - 490 v.Chr.
Samenvatting — Zacharia was een jongere tijdgenoot van Haggai. Hij neemt Haggai’s oproep om de tempel te herbouwen, over. En ook hij benadrukt de noodzaak tot bekering. Een deel van zijn boodschap bestaat uit een serie visioenen over de toekomst.. Het bevat aanwijzingen over de komst van de Messias. Het boek eindigt met beschrijvingen van het oordeel over de vijanden van Jeruzalem, en van de toekomstige heerlijkheid van het Koninkrijk Gods.
Inleiding: Oproep tot bekering — hoofdstuk 1: 1 - 6
De nachtgezichten van Zacharia — hoofdstuk 1:7 - 6: 15
- De eerste drie gezichten: God is zijn volk niet vergeten — hoofdstuk 1-2
- Het vierde gezicht: God rechtvaardigt zijn volk ondanks hun tekortkomingen — hoofdstuk 3
- Het vijfde gezicht: al is het begin klein, het zal uitgroeien tot iets groots — hoofdstuk 4
- Het zesde en zevende gezicht: het kwaad zal uit het land worden weggedaan — hoofdstuk 5
- Het achtste gezicht: God zal weer in actie komen — hoofdstuk 6: 1 - 8
De kroon voor de hogepriester Jozua — hoofdstuk 6: 9 – 15
Voorzegging van het feit dat de komende Messias zowel koning als hogepriester zal zijn.
Vragen over het vasten — hoofdstuk 7 - 8
- De vraag (moeten wij doorgaan met vasten ter herinnering aan de verwoesting van de stad) en Gods wedervraag (heb je dat dan voor Mij gedaan?) — hoofdstuk 7
- Gods heilsbeloften en het antwoord op de vraag (de rouw, die het vasten uitdrukt, zal veranderen in vreugde) — hoofdstuk 8
De toekomst voor Israël en de komst van het Messiaanse Koninkrijk — hoofdstuk 9 - 14
- De eerste Godsspraak: Gods zorg voor zijn volk in de tijd die nog komt—hoofdstuk 9 - 11
- De tweede Godsspraak: Jeruzalem zal nogmaals worden aangevallen, maar God zal de stad dan beschermen—hoofdstuk 12- 14