De profetie van Joël
Auteur — Joël
Tijd — 618 - 608 v.Chr.
Samenvatting — Het boek Joël begint met een beschrijving van een reeks natuurrampen (een sprinkhanenplaag, droogte en natuurbranden), die misoogsten en hongersnood veroorzaken, als beeld van een militaire aanval. Joël roept Juda op tot een dag van berouw wegens Gods komende oordeel. Het laatste deel van het boek gaat over de gebeurtenissen in verband met “de dag des Heren”. De uitgebeelde boodschap luidt: als Juda zich bekeert, dan zal God hen rijkelijk zegenen en vergeven.
De sprinkhanenplaag als beeld van de dag des Heren — hoofdstuk 1 - 2: 17
- Een drievoudige ramp: sprinkhanen, droogte, vuur — hoofdstuk 1
- De gesel als beeld van de dag des oordeels — hoofdstuk 2: 1 - 17
Het oordeel afgewend en het land gezegend — hoofdstuk 2: 18 - 3: eind
- Zegeningen in de nabije toekomst—hoofdstuk 2: 18 – 27
- Het uitstorten van Gods Geest—hoofdstuk 2: 28 – 32
- Oordeel over de volken—hoofdstuk 3: 1 – 16
- Zegeningen voor Gods volk—hoofdstuk 3: 17 – 21