De mus
Toen de Here Jezus zijn twaalf discipelen de eerste keer uitzond om het evangelie te prediken, vermaande Hij hen niet bevreesd te zijn voor de mensen. En om zijn woorden te illustreren, gaf Hij als voorbeeld… de mussen! Je zou denken dat de arend met zijn kracht en moed een beter voorbeeld zou zijn, maar nee, Jezus koos bewust de kleine huismus. Tot voor kort wist men weinig over de mus, omdat niemand de moeite had genomen hem nauwkeurig te bestuderen. Nu weten wij dat hij best dapper kan zijn, afgezien van zijn andere karaktereigenschappen, zoals slimheid, voorzichtigheid, vrolijkheid en ondeugendheid. Mussen moeten in de dagen van Jezus algemeen voorgekomen zijn, gezien zijn woorden (Matteüs 10:29 en Lucas 12:6) dat op de markt twee mussen voor een duit en vijf mussen voor twee duiten werden verkocht, (een duit is vergelijkbaar met een Eurocent nu).
Waarom koos de Here Jezus dit voorbeeld? Om te beginnen omdat Hij, in navolging van zijn Vader, liever kiest wat voor de wereld onaanzienlijk en veracht is (1 Korintiërs 1:28). In zijn gelijkenissen gebruikte Hij vaak de meest algemene dingen in het leven: water, wijn, koren, schapen. Zo komt de achterliggende les sterker uit. Wanneer we Jezus’ woorden van Matteüs 10:29 in hun verband lezen - Zijn opdracht aan de twaalf om te prediken- is zijn les niet op eigen kracht te vertrouwen. Wanneer zij tegenover een vijandige schare of een keiharde koning komen te staan, moeten zij niet in paniek raken, maar eenvoudig vertrouwen dat God hen de woorden om te spreken zal ingeven (Matteüs 10:19). Ook de mus heeft elke dag met grote gevaren te maken, of dat nu door het verkeer of van een roofvogel komt. Toch komt hij meestal veilig weg. Niet één wordt er door God vergeten, zegt Jezus. Feitelijk is een discipel van Hem net zo afhankelijk van de Vader als een mus. Dat vogeltje is wel voorzichtig en houdt altijd een oogje in het zeil, maar tegelijkertijd is hij veel minder bezorgd dan wij mensen. Hij geniet van het leven en is niet bevreesd voor de toekomst. Hij leert uit ervaring, maar maakt zich geen zorgen. Waren wij ook maarzo onbekommerd. Niet bang voor de mensen, maar vertrouwend op God, die ons leven in zijn hand houdt.