Ontmoeting met Hanna
In 1 Samuël ontmoeten we Hanna (God heeft mij begenadigd). We leren haar kennen als een zeer gelovig vrouw voor wie de HEER het belangrijkste in haar leven was. Dit is vooral te zien in haar prachtige lofzang. Hanna was onvruchtbaar en haar verdriet daarover was groot. Zij werd door Penina, de andere vrouw van haar man, met minachting behandeld en getreiterd. Hanna zei dan niets, zij huilde en zocht haar heil bij de HEER. Met dit grote verdriet ging zij op een dag naar het heiligdom van de HEER. Daar stortte ze haar hele hart uit. Ze had niet alleen verdriet om haar kinderloosheid. Hanna dacht veel verder. Zij zag de vreselijke toestand van het volk. De priester Eli en zijn zonen waren slechte herders. Het volk had geen goede leiding meer. Dit was voor haar een nog groter verdriet. Daarom bad Hanna tot de HEER en vroeg Hem om een zoon. Niet zomaar voor zichzelf, nee een zoon, die het volk tot de HEER terug zou brengen. Haar zoon zou ze voor zijn dienst afstaan. Hij zou opgroeien in de tempel. Hij zou zijn hele leven de HEER toebehoren. Haar gebed werd verhoord en zij kreeg een zoon, Samuël (Ik heb hem aan de HEER gevraagd). Met liefde verzorgde zij haar baby. Toen kwam de tijd, dat Hanna hem naar Eli moest brengen. Dit had zij de HEER immers beloofd. Samuël was nog maar een kleine jongen, maar zij deed het met vreugde, omdat zij in gedachten de verlossing van het kwaad in Israël zag. Nu zal er redding komen voor het afgedwaalde volk. Vol blijdschap en dankbaarheid zong zij een prachtige lofzang, die u kunt lezen in 1 Samuël 2. Let eens op het begin: Nu juicht mijn hart dank zij de HEER. Haar zoon zal redder mogen zijn. Er is een grote overeenkomst met de lofzang van Maria. Beide vrouwen zien dat zij moeder mogen zijn van een verlosser. Beide vrouwen zijn de HEER zo dankbaar voor dit voorrecht. Elkana, had Hanna lief boven Penina. Haar karakter, haar liefde voor de HEER was belangijker voor hem dan kinderen. Hanna laat ons zien, dat de HEER het allerbelangrijkste in ons leven zou moeten zijn.